De Faillissementen van 2016

1. Inleiding

KPI’s

Op dit moment krijgt de beoordeling van curatoren volgens KPI’s veel aandacht. Wat zijn KPI’s? Het concept van de kritische prestatie indicatoren (of key performance indicators) zijn bedacht in de jaren ’60 door twee medewerkers van McKinsey. Kritieke prestatie indicatoren zijn criteria die prestaties van organisaties meten. De meeste KPI’s zijn smart gemaakt, ofwel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Voordat je een KPI formuleert, moet je de verwachtingen formuleren.

Wanneer doet een curator zijn werk goed? Dienstverlening moet snel, goed en goedkoop zijn. Omdat de curator maatwerk levert, maar ook omdat de afwikkeling van een faillissement afhankelijk is van derden en omstandigheden waar de curator geen invloed op heeft, is op voorhand niet goed vast te stellen hoe snel, goed of goedkoop de afwikkeling moet plaatsvinden.

Maar er zijn wel methoden om meer grip te krijgen op deze drie criteria. Zo kunnen de werkzaamheden van de curator worden “opgeknipt” in verschillende onderdelen, en per onderdeel kan vervolgens een benchmark worden ontwikkeld. In Utrecht geldt als uitgangspunt dat de activa na drie maanden zijn verkocht en dat het (voorlopige) rechtmatigheidsonderzoek na zes maanden is afgerond. Deze uitgangspunten zijn niet in beton gegoten (comply or explain). Dat ziet op het criterium “snel”. Een ander uitgangspunt zou kunnen zijn dat voor bepaalde werkzaamheden een budget in uren wordt begroot (“goedkoop”). Het criterium “goed” zou bijvoorbeeld kunnen worden ingevuld aan de hand van tevredenheidsonderzoeken bij crediteuren of andere betrokkenen.

Richtinggevend aan de uitwerking van de criteria is de huidige praktijk. Rechtbanken en curatoren moeten weten waar zij staan ten opzichte van de huidige praktijk. Het verbaast mij al enige tijd dat curatoren weinig interesse lijken te hebben in een benchmark en zeer kritisch zijn over het invoeren van KPI’s, maar tegelijkertijd behoefte hebben aan meer feedback van de stakeholders (waaronder en met name van de RC’s).

Bij de rechtbanken is het omgekeerd: er is steeds meer ambitie om KPI’s in te voeren en om meer informatie in faillissementen te verkrijgen (het KEI-systeem is niet alleen een digitaal uitwisselingsprogramma, maar biedt voor rechtbanken ook enorm veel dossieroverstijgende informatie). Rechtbanken lijken evenwel moeite te hebben om deze informatie te delen en met curatoren de dialoog aan te gaan om invulling te geven aan de criteria snel, goed en goedkoop.

Verbetering kan gevonden worden in de uitwisseling van informatie. Ik meen dat wij moeten beginnen met een (niet-normatieve) beschrijving van de staande praktijk. Aan de hand van die beschrijving kan mogelijk op onderdelen een gewenste praktijk worden gevonden. Maar beter nog kan deze informatie dienen om “uitbijters” te signaleren. Zo kan in dossiers eerder worden bijgestuurd (door curator of rechter-commissaris).

De gevonden informatie biedt ook verbetering op wetenschappelijk gebied. Welk bedrag is jaarlijks gemoeid met welke soorten faillissementsfraude? Precies weten doen het dat niet. Als curatoren per dossier dit soort informatie opgeven, kan fraude veel gerichter worden bestreden. Wat is de internationale component van faillissementen? In hoeveel uur wikkelt een curator een faillissement af? Hangt dat samen met het boedelsaldo of met het aantal werknemers? Wat is de gemiddelde fiscale schuld? En de recovery-rate? Ook trends kunnen snel worden gesignaleerd.

Het geven van “spiegelinformatie” aan curatoren zal op zichzelf al een positief effect hebben. Aan de andere kant moet je waken voor waardeoordelen op grond van cijfers. Ieder dossier is uniek, een curator levert maatwerk. Hij kiest de faillissementen niet, die worden hem toegewezen. Er zijn veel externe factoren die maken dat de curator niet snel, goed of goedkoop kan leveren. De mogelijkheid van uitzonderingen moet altijd blijven bestaan, maar uitzonderingen moeten wel uitzonderingen blijven.

In dit artikel zal ik in hoofdstuk 2 een algemeen overzicht geven van de in 2016 uitgesproken faillissementen. In hoofdstuk 3 beschrijf ik de Keiverslagen van 2016 om in hoofdstuk 4 de faillissementsverslagen te bespreken. Aan deze cijfers kan per faillissement een “score” worden gekoppeld, die uiteindelijk tot een “balanced score card” zou moeten kunnen leiden. Ik herhaal: het is niet correct om een curator te beoordelen op de faillissementen waarin hij wordt aangesteld. De cijfers zeggen dus niet zoveel over de performance van curatoren.

2. De in 2016 uitgesproken faillissementen.

2.1. Algemene cijfers

In januari heb ik geschreven over de faillissementen die in 2016 beëindigd zijn. Welke faillissementen zijn in 2016 gestart? Wat waren dit voor faillissementen? Wie zijn er benoemd als RC en wie is aangesteld als curator?

Voornaamste bron van de gegevens in dit artikel is, wederom, het CIR. Het CIR is een wettelijk ingesteld register, waarin faillissementen worden gepubliceerd. Strikt genomen lijken de verslagen niet onderdeel uit te maken van het CIR, maar de publicatie van de verslagen vind wel plaats via de portal van het CIR. Ook die verslagen heb ik geanalyseerd.

Overzichten en aantallen

De uitgesproken faillissementen:

 Aantal
Besloten vennootschap               4.425
Buitenlandse (rechts)persoon                      5
Coöperatie                      9
Commanditaire vennootschap                    34
Limited                    17
Naamloze vennootschap                    19
Natuurlijk persoon met KvK                  919
Natuurlijk persoon zonder KvK                  693
Overig                    60
Stichting                  133
Vennootschap onder firma                    96
Vereniging                      5
Eindtotaal6.415
tabel 2.1.1

De jongste gefailleerde van 2016 was 20 jaar oud. De oudste is geboren in 1938. Gemiddeld is een natuurlijk persoon ongeveer 46 jaar oud. Natuurlijke personen met een KvK-inschrijving zijn iets jonger (gemiddeld twee jaar). 

Het overgrote deel van de rechtspersonen/ondernemingen betreft B.V.’s, ik zal daarom een onderscheid maken in natuurlijke personen met en zonder KvK-nummer, en overige (rechts)personen met een KvK-nummer.

Per maand naar soort rechtsvorm:

Rechtbank janfebmrtaprmeijunijuliaugsepoktnovdecTotaal
AmsterdamKvK396549265342353923323734474
NP met KvK8462451548451
NP zonder KvK214213124525
Den HaagKvK324743283817312627323337391
NP met KvK101317910141277657117
NP zonder KvK47738285551257
GelderlandKvK446063563850554842404539580
NP met KvK99141216119108974118
NP zonder KvK1059777711127578
LimburgKvK291937272824252719121614277
NP met KvK351063733781157
NP zonder KvK21467293243649
Midden-NederlandKvK387053444454513330255147540
NP met KvK46113935421452
NP zonder KvK4127965117784686
Noord-HollandKvK262635343028292632232521335
NP met KvK89823283439463
NP zonder KvK74147523637967
Noord-NederlandKvK3133283837292527131312034428
NP met KvK3101468899857491
NP zonder KvK1744633473345
Oost-BrabantKvK403160443938422925283633445
NP met KvK11713101286139736105
NP zonder KvK83683526458664
OverijsselKvK414333232223232115383623341
NP met KvK839716851469135103
NP zonder KvK511169694984713101
RotterdamKvK514840464841303345337539529
NP met KvK4581149112447776
NP zonder KvK3997310322710671
Zeeland-West-BrabantKvK425054363642473235323522463
NP met KvK104105138611752586
NP zonder KvK5277544545250
 Eindtotaal5426296955425695215224794204206304466.415
tabel 2.1.2

De staatjes van per maand uitgesproken faillissementen komen periodiek op nu.nl, duidelijk is dat wij te maken hebben met een afnemende “markt”. De uitschieter van november komt omdat in die maand vijf dinsdagen zaten en de (meeste) faillissementen op dinsdag worden uitgesproken.

2. Curatoren

De aanstelling van curatoren in 2016:

2016Ervaring advocaat-curator bij uitspraak
 0-4 jaar4-8 jaar8-12 jaar12 jaar en meeroverig en onbekend
Rechtbank Amsterdam1241237320365
Rechtbank Den Haag4310111827933
Rechtbank Gelderland119614150741
Rechtbank Limburg192531051
Rechtbank Midden-Nederland216518129547
Rechtbank Noord-Holland16355834623
Rechtbank Noord-Nederland315845545
Rechtbank Oost-Brabant19710343635
Rechtbank Overijssel104491307100
Rechtbank Rotterdam2713512935370
Rechtbank Zeeland-West-Brabant335553445
Eindtotaal2408651.0084.124515
tabel 2.2.1

De curator was in 2016 gemiddeld 18,3 jaar advocaat bij zijn/haar benoeming. Jongste curator was mr. F.J.P.F. Vos (benoemd in november 2015), “nestor” is mr. W. Winkel, beëdigd in 1973. 

De uitsplitsing naar geslacht per benoeming:

2016Ervaring advocaat-curator bij uitspraak
 0-4 jaar4-8 jaar8-12 jaar12 jaar en meerervaring onbekend
Man53%66%76%92%23%
Vrouw47%33%24%8%4%
      
tabel 2.2.2

Onder de 770 advocaat-curatoren die in 2016 als curator werden aangesteld zijn 133 vrouwen.

Het lidmaatschap per benoeming (ledenlijst Insolad per begin 2017):

2016Ervaring advocaat-curator bij uitspraak 
 0-4 jaar4-8 jaar8-12 jaar12 jaar en meerervaring onbekend
Aspirant27322535315
Fellow18
Lid71945293.02297
Geen lid222384245713271
Onbekend1114828132
Eindtotaal2408651.0084.124515
tabel 2.2.3

3. RC’s

In 2016 werden 68 RC’s benoemd in faillissementen, van wie 28 meer dan 100 benoemingen kregen. De RC met de meeste benoemingen werd in 313 faillissementen benoemd. Van die 68 RC’s zijn er 43 vrouw. Zij werken alle gemiddeld ongeveer 15 jaar bij de rechterlijke macht.

4. De Kei-faillissementsverslagen

Hoe zien de faillissementen inhoudelijk eruit? De verslagen die via het CIR worden gepubliceerd geven heel veel informatie over ieder faillissement. De kunst is echter om die verslagen op een goede manier te analyseren.

Sinds enige tijd worden de meeste faillissementen in het KEI-toezichtsysteem geadministreerd en sindsdien worden de openbare verslagen in dat systeem op dezelfde wijze opgesteld. De verslagen worden echter opgesteld in tekstvelden, hetgeen de analyse van de verslagen onnodig moeilijk maakt. Veel eenvoudiger zou het zijn als curatoren op sommige plaatsen slechts getallen zouden kunnen invoeren, zodat de analyse van bijvoorbeeld de paragraaf “1.8 Bestede uren totaal” gemakkelijk te analyseren is, zonder dat een vertaalslag moet worden gemaakt van tekst naar getal (veel voorkomend bijvoorbeeld: van “18 uren en 24 minuten”  naar “18,4”).

Het aantal geanalyseerde verslagen is te groot om de data handmatig in te voeren. De verslagen moeten worden “geparst”, dat wil zeggen aan de hand van stelregels automatisch omgezet naar het dataformaat. Dat gebeurt niet foutloos, met name waar het gaat om het omzetten van stukken tekst naar data, maar die fouten blijven wel (zeer) goed binnen de marges.

Maar er kan nog veel verbeteren. Bijvoorbeeld de omzet, verlies& winst, balanstotaal zijn moeilijk te parsen terwijl het toch niet moeilijk kan zijn om een invoerfilter voor deze velden in te stellen (bijvoorbeeld per kalenderjaar). Ook is de omschrijving van de velden vaak niet afdoende. Wordt met aantal werknemers gedoeld op het aantal werknemers, fte’s, inclusief of exclusief oproepkrachten? Iedere curator geeft andere informatie, de verslagen bij elkaar geven zo een vertroebeld beeld terwijl het gemakkelijk veel beter kan. Hoe uniformer de verslagen, hoe bruikbaarder de informatie.

Omdat het KEI-systeem in 2016 pas echt is uitgerold, zijn lang niet alle faillissementen van 2016 in KEI ingevoerd. Ook oudere faillissementen zitten inmiddels in KEI. Niet alle faillissementen worden in KEI ingevoerd, de rechtbank Midden-Nederland voert geen clusters in met meer dan 3 rechtspersonen. Van natuurlijke personen worden geen verslagen gepubliceerd, zodat voor 2016  Op dit moment heb ik ruim 7200 faillissementen met een KEI-verslag in de database, waarvan een kleine 3000 voor het jaar 2016. In die verslagen zijn tot op heden ongeveer 7.700 verslagen uitgebracht, ik beperk mij hier tot het laatste verslag per faillissement.  Ook natuurlijke personen zitten overigens voor een belangrijk deel in KEI, maar omdat die verslagen niet gepubliceerd worden, is dat voor de database minder interessant.

3. Data

3.1 boedelsaldo

Door het jaar heen neemt het boedelsaldo af:

2016Gemiddelde van Boedelsaldo
jan                                  47.513,19
feb                                  57.445,48
mrt                                  36.571,85
apr                                  53.366,75
mei                                  27.682,55
jun                                  52.700,80
jul                                  59.577,89
aug                                  33.907,29
sep                                  45.148,26
okt                                  27.709,88
nov                                  24.073,29
dec                                  28.653,22
Eindtotaal                                  40.629,60
tabel 3.1.1

De lage gemiddelden aan het einde van 2016 zijn te verklaren door het feit dat het meestal even duurt voordat boedelactief kan worden gerealiseerd. Het gemiddelde boedelsaldo van 2751 Kei-faillissementen bedraagt € 40.629, maar de mediaan ligt bij € 3.450, dus de helft van de kei-faillissementen hebben een boedelactief van minder dan dit bedrag: ziedaar de lege boedelproblematiek. Wel moet hierbij opgemerkt worden dat het hier om momentopnames gaat, het kan best zijn dat in veel faillissementen al een salarisvoorschot is betaald en dat daardoor het boedelsaldo laag is.

Het hoogst gerealiseerde boedelactief bedraagt bijna 4,9 miljoen euro.

3.2 Werknemers

Gemiddeld zijn er ongeveer 7,1 werknemers werkzaam voor de failliet ten tijde van de faillietverklaring. Maar dit cijfer verbloemt dat de mediaan ligt op 1, van de 2500 verslagen met bruikbare gegevens waren er bij 1100 faillissementen nul personen in dienst en was bij 270 faillissementen 1 persoon werkzaam. De grote faillissementen trekken het gemiddelde dus (enorm) op.

3.3 Gewerkte uren

In de keiverslagen wordt het totaal aantal gewerkte uren geregistreerd. Het gemiddelde ligt voor de laatste verslagen op ongeveer 82 uren, waarbij heeft te gelden dat de door mij gehanteerde faillissemenstsverslagen gemiddeld bijna zeven maanden na faillietverklaring zijn opgesteld. Ook hier is de mediaan (veel) lager dan het gemiddelde: deze ligt op 43,5 uren.

Als ik per faillissement het aantal gewerkte uren vermenigvuldig met een gemiddeld uurtarief van €200, dan kan in ca. 1/3e van de faillissementen het salaris van de curator betaald worden. Maar omdat in sommige gevallen al een voorschot op het salaris is betaald en in andere gevallen nog betalingen te verwachten zijn, is dit niet een heel reële benadering.

3.4 Schuldenlast

De gemiddelde fiscale (faillissements)schuldenlast bedraagt bijna € 100.000,  de gemiddelde UWV vordering is ongeveer € 21.000 , de overige preferente vorderingen zijn veel lager: gemiddeld ca. € 15.000. Maar hier moet opgemerkt worden dat het UWV vaak zeer laat is met het opgeven van vorderingen. In veel gevallen zijn de vorderingen van het UWV dus nog niet opgegeven. Het beste zou zijn om deze cijfers aan het einde van het faillissement te evalueren.

De gemiddelde concurrente crediteurenlast bedraagt ca. € 435.000. Er zijn gemiddeld 18 concurrente crediteuren of vorderingen.

april 2017